iQood.com

Link toevoegen <klik hier>

Verplaatsen <klik hier>

Verwijderen <klik hier>

 

      

        Omhoog | Toevoegen | verplaatsen | verwijderen | Contact

 

 

 

H1 | H2 | H3 | H4 | H5 | H6 | Video

Zaterdagmiddag

Enschede, zaterdagmiddag 1 november 2003. Die middag parkeerde ik, zoals bijna wekelijks, mijn auto op een gratis parkeerplaats bij een winkelcentrum en liep daarna naar het centrum van de stad. Het was iets meer dan een kilometer. Tijdens die wandeling kon ik het nooit laten om een zijstraat in te kijken, naar de woning- en het slaapkamerraam van mijn ex-vriendin Joke. Maar ik zag haar nooit. Met Joke had ik ongeveer 4 jaar een relatie gehad, met vele hoogte en diepte punten. Aan de ene kant wilde ik haar wel eens weer ontmoeten, aan de andere kant zag ik haar liever niet meer. Joke waarvan ik de naam niet erg mooi vond, had ik leren kennen via een sollicitatiecursus van het arbeidsbureau. Omdat zij geen computer had, wilde ze bij mij thuis graag sollicitatiebrieven typen. Later bleek dat ze helemaal niet geïnteresseerd was in het schrijven van brieven. Ze wilde mij versieren.

Tijdens onze relatie werd ik een obsessie voor haar. Ze werd smoorverliefd op mij. En heeft er alles aan gedaan om onze relatie voort te zetten, terwijl het geen toekomst meer had. Zelf ben ik nooit verliefd op haar geweest. Heb nooit echt van haar gehouden. Voelde niet voor haar, wat ze voor mij voelde en wat ik bij anderen wel eens gevoeld had.

Ze hield in het begin voor zich dat ze een boerendochter was. Ze was bang dat ik geïnteresseerd zou raken in het geld van haar ouders. Dat had ze eerder meegemaakt. Haar ouders die in Bornebroek woonden, hadden al jaren relationele problemen met elkaar. Joke had het daar moeilijk mee. Ze kon goed met haar vader opschieten, maar minder met haar moeder. Tijdens onze relatie ben ik enkele keren met haar, bij haar ouders op bezoek geweest. Haar moeder was altijd druk met de huishouding en haar vader met de boerderij. Ze hadden koeien, kippen en varkens.

De boerderij was leuk om te bezoeken, maar niet meer dan dat. Joke was een intelligente vrouw met een HBO opleiding. Ze wilde niets liever dan bij mij slapen en was gek op lichamelijk contact. Zelf was ik gereserveerder. Het was voor mij wel leuk om met haar naar bed te gaan, maar op de een of andere manier deed het mij niet veel. Ik vond het wel interessant, maar niet meer dan dat.

Joke leerde mij kennen terwijl ik net 2 operaties had ondergaan. Er waren 2 schildklieren verwijderd. De operaties waren niet afdoende om mijn schildkliertumoren volledig te verwijderen. Na 3 kuren met radioactief jodium werd bij mij nog restactiviteit waargenomen. Dat wilde zeggen dat er nog steeds tumorweefsel aanwezig was. Maar het was niet duidelijk of de tumorcellen zich nog weer zouden gaan delen. Of de tumor nog weer zou gaan groeien. Mijn artsen besloten de behandeling te staken en mij onder controle te houden. Daarnaast gebruikte ik medicijnen tegen epilepsie, waarvan mijn aanvallen steeds heftiger werden. Het maakte Joke allemaal niets uit. Ze kon er prima mee omgaan. Ze werd verliefd op mij en wilde mij hebben zoals ik was. Nadat ik onze relatie beëindigde raakte ze helemaal overstuur en zocht hulp bij een arts. Ze bleek een serieuze psychische aandoening te hebben. Ze kwam bij een psycholoog terecht die vaststelde dat zij neurotische klachten had. Ik was daar niet de oorzaak van. Maar ik had het haar met mijn problemen en gedrag niet gemakkelijker gemaakt en begreep haar ineens een stuk beter.

Haar zus Wilma, die ik nooit heb leren kennen omdat ze al een aantal jaren overleden was, had suikerziekte. Zij moest dagelijks meerdere keren insuline inspuiten. Wilma had daar grote problemen mee en had grote moeite om nauwkeurig met haar medicatie om te gaan. Dat heeft ze uiteindelijk met haar leven moeten bekopen. Tijdens een autorit werd zij onwel en botste tegen een stoplicht. Haar auto vloog in de brand. De brandweer kwam te laat.

 

Het was die middag erg druk in het centrum van Enschede. Een nieuw winkelcentrum werd die zaterdag geopend. Vooral de opening van de MediaMarkt in de Kalanderij had mijn interesse. Het was er erg druk. Er was geen doorkomen aan. Het stikte van nieuwsgierige mensen die allemaal jacht maakten op de vele openingsaanbiedingen. Tegen 4 uur had ik het wel gezien en liep ik in het centrum van Enschede over de oude markt op weg naar mijn auto. Ook de oude markt was vol met mensen. Toch liep ik stevig door, totdat ik iemand mijn naam hoorde roepen.

‘Erik, Erik!’

Ik draaide me om en was enorm verbaasd. Het was Sylvia. Zij was wel de laatste, waaraan ik gedacht had, mij te roepen. Ze was tientallen meters achter mij aan gerend om dichterbij te komen. Ik liep naar haar toe.

‘Hoi Erik.’

            ‘Dag Sylvia’, en ik lachte naar haar. ‘Jij bent wel de laatste die ik hier in Enschede verwacht had.’

We zoenden elkaar beide, 3 keer op elkaar’s wang. Sylvia zag er in mijn ogen nog steeds hetzelfde uit. Ze was zwaar opgemaakt en onnatuurlijk bruin. Ze had voor haar leeftijd al een behoorlijk rimpelig gezicht. De oorzaak was een veelvuldig bezoek aan zonnestudio’s. Verder had ze vrij lang, vlossig geblondeerd haar. Ze zag er nog precies hetzelfde uit, zoals ik me herinnerde. Alleen een stuk ouder. Ook haar kleding week behoorlijk af van mijn smaak. Maar dat was niet relevant. Sylvia en ik hadden al jaren niet goed met elkaar kunnen opschieten en geen of nauwelijks contact gehad. Het ging de laatste paar jaar weer een beetje beter.

‘Ja wij zaten daar te lunchen en toen zag ik je plotseling voorbij lopen en riep je. Maar je hoorde me niet. Toen ben ik je achterna gerend. Om je in te halen. Tom en ik zitten daar met onze kinderen op het terras. Kom je mee? Het is erg leuk je weer eens te zien. We zijn benieuwd hoe het met je gaat.’

We liepen achter elkaar het terras op, van een eetcafé naast de kater. Daar was ik ook met Joke jaren geleden vaak uit eten geweest. Het eetcafé had een naam, maar die kon ik mij niet herinneren. Het was er druk. Bijna alle stoelen en tafels waren bezet. Het terras werd verwarmd door een gasinstallatie en iedereen had zijn jas aan.

‘Hoi Tom.’

‘Hallo Erik.’

We gaven elkaar een hand. Tom was bezig met zijn 2 dochters met 2 speenflesjes. Beiden lagen naast elkaar in een enorm grote tweelingkinderwagen. Het was vreemd om te zien dat ze beide rood haar hadden. Terwijl Tom en Sylvia, allebei, bijna altijd blond of lichtblond haar hadden. Ze lieten zich ook vaak blonderen. Eerst deed alleen Sylvia het. Tom deed daar steeds vaker aan mee. Het waren 2 leuke kinderen, die precies dezelfde kleding droegen. Ze leken precies op elkaar, maar toch zag ik in hun gezichten kleine verschillen.

‘Wat zijn hun namen ook alweer? Want die kan ik nog steeds niet onthouden.’

‘Ze heten Rosa en Solane.’

‘Oh ja’, die namen kwamen me bekend voor.

Tom had een vreemde zwarte herenjas aan, die er versleten uitzag. Verder was hij zwaarlijviger, dan ik hem ooit gezien had. Ik was zelf ook wel eens slanker geweest en voerde vanaf mijn 18e levensjaar een voortdurende strijd tegen overgewicht. Teveel mannen in mijn familie waren traumatische voorbeelden van overgewicht. Het was me altijd gelukt redelijk slank te blijven. Tom zag er vermoeid uit. Hij had omvangrijke wallen onder zijn ogen en had voor mijn smaak, te lang en gedeeltelijk geblondeerd haar. De achterkant van zijn haarlijn liep ook laag door. Het leek op een Haags voetbalmatje. Zo had ik hem nog nooit gezien. Het viel me niet mee. Maar ja een tweeling om voor te zorgen is ook een baan apart. Dat zal wel erg vermoeiend zijn.

‘Hoe oud is jullie tweeling nu?’

‘Ongeveer anderhalf jaar’, antwoordde Sylvia.

Ik had Rosa en Solane nog nooit in het echt gezien. Alleen een paar fotootjes had ik van Sylvia vlak na de geboorte ontvangen en bekeken.

‘Ze zien er niet precies hetzelfde uit voor een tweeling.’

            ‘Het is een twee-eiige tweeling’, antwoordde Sylvia. ‘Net als de broer en zus van Tom.’

Ik pakte een stoel en ging bij hun aan de terrastafel zitten. Sylvia zat tegenover me en Tom links van mij. Hij ging door met het voeren van zijn dochters met twee speenflesjes. Het zag er onhandig uit.

            ‘Hoe gaat het nu met je’, vroeg Sylvia.

‘Ja wat zal ik zeggen. Ik ben in elk geval geen leraar meer. Dat was van korte duur.’

            ‘Dat hadden we al gedacht, gezien het vakantiekaartje dat je ons stuurde,’ antwoordde Sylvia.

Door haar reactie voelde ik mij een beetje ongemakkelijk. Ik was totaal verrast hier nu met hun te zitten en wist niet goed wat ik wel of niet wilde vertellen.

‘Ja, mijn vakantie in Noorwegen was fantastisch dit jaar. Ik heb er in bijna 4 weken, meer dan 10.000 km gereden. Van Denemarken, naar Zweden, naar Noorwegen en van Noorwegen naar Finland en toen weer terug richting Nederland. Ik vind het fantastisch in Scandinavië en zou er wel willen wonen. Vooral als je noordelijk komt, boven de poolcirkel, heb je in de zomer alleen nog maar licht. Alleen nog maar dag. Het wordt er s ’nachts niet donker meer. Sommige mensen kunnen er niet van slapen. Daar had ik geen last van. Ik kreeg er erg veel energie van. Ja, ik heb ook jaren niet mogen autorijden. Dus dat wilde ik in de afgelopen vakantie, even inhalen. Daarnaast heb ik ook nog bergen beklommen. Verder had ik bij elke grens problemen met de douane. Elke keer werd ik aangehouden. Ze wilden bij elke grens mijn papieren controleren en keken in mijn kofferbak. Had 5 flessen whisky meegenomen en dat mag je in Scandinavië niet meenemen over de grens. Maar daar deden ze niet moeilijk over. Ze controleerden of ik geen drugs bij me had. Daar was het hen om te doen.’ Tom en Sylvia knikten, maar gaven nog geen signaal dat ik te veel vertelde. Of te lang aan het woord was. Dus ik ging verder.

‘Op die school, waar ik het afgelopen jaar als leraar werkte, ging het niet zo goed. Door mijn hersenoperatie had ik toch nog een paar beperkingen, waarvan ik niet op de hoogte was. Zo kan ik nog steeds nauwelijks namen onthouden. En wanneer je les geeft aan 165 kinderen is het wel erg handig om dat te kunnen, wanneer je orde in de klas wilt houden. Ook had ik veel teveel verschillende klassen. Van 2 VMBO tot 4 VWO. Ook gaf ik 2 verschillende vakken. Zowel wiskunde als economie. Verder had ik te maken met een economie docent, die mijn functioneren saboteerde. Die man zag zij-instromers als een bedreiging. Achteraf gezien ben ik teveel in het diepe gesprongen. Overspannen geraakt zonder dat ik het door had. Verder had ik problemen met mijn vorige werkgever en het UWV die bijna € 16.000,- van mij wilden terugvorderen. Het ging om geld dat mijn vorige werkgever ten onrechte ontvangen had en niet terug wilde betalen. Daarvoor stelde het UWV mij aansprakelijk. Het is te gek voor woorden. Dat geld had ik van hen nooit ontvangen. Ook kreeg ik nog problemen met de hele schooldirectie, omdat ik te grof met een klas was omgegaan. Dit werd op die katholieke school een enorme rel. Hierdoor kreeg ik slaapproblemen. Lag teveel te piekeren. Mede daardoor kreeg ik weer een epileptische aanval. Een aanval waarvoor ik, om er vanaf te komen, juist anderhalf jaar daarvoor was geopereerd.’

‘Wat zei je dan tegen die klas?’

‘Ja, er zaten 2 meisjes bij elkaar op schoot terwijl ik les wilde gaan geven. Toen ik ze vroeg of ze van elkaars schoot af wilden gaan, zei 1 van hen dat ze seks hadden. Daarna vroeg ze of ik wel eens seks had. Elke dag wel 6 keer achter elkaar, antwoordde ik.

‘Met een man of met vrouw,’ vroeg ze daarna. Tom begon te lachen.

‘Wat maakt dat nu uit,’ antwoorde ik.

En tekende een blote vrouw en een man met een grote lul op het schoolbord.

‘Ja, dat was niet erg handig op een katholieke school. Als er 1 plek is, waar je het niet over seks moet hebben als leraar, dan is het daar wel.’

‘Die leerlingen hebben toen na de les daarover met elkaar gesproken. Een collega van mij ving dat op en gaf het door aan de directie. Toen werd ik door die directie op het matje geroepen. Op een manier waar mij de broek nu nog steeds van afzakt. Als ik er aan terugdenk, word ik nog kwader. Het werd mij allemaal teveel. Ik werd toen op non-actief gesteld, maar wel gewoon een jaar doorbetaald. Dat gebeurde mij wel vaker.’

Al pratende baalde ik steeds meer van feit dat ik alleen maar aan het woord was. Ook voelde ik mij ongemakkelijk worden over wat ik allemaal verteld had. Dus ik zweeg.

            ‘Zullen we nog wat drinken Sylvia’, vroeg Tom.

            ‘Ja, ik wil graag een cappuccino. En jij Erik?’

            ‘Doe mij maar een gewone koffie.’

Sylvia stond op en liep van het terras af, het café in. Het viel mij op dat ik eigenlijk de hele tijd alleen met Sylvia gepraat en naar gekeken had. Het was juist Tom, een studievriend die ik tijdens de introductie van mijn studie aan de UT had leren kennen, met wie ik graag sprak en naar keek. Tom en ik waren tijdens onze studie veel met elkaar opgetrokken en hadden zelfs samen in een anti kraak villa gewoond. In die periode had hij Sylvia leren kennen. Hij kreeg met haar een vaste relatie, ging met haar samenwonen eerst in Enschede en daarna in Den Haag. Met haar had hij nu sinds anderhalf jaar kinderen en was nu ook getrouwd. En juist Tom had mij altijd heel duidelijk verteld, geen kinderen te willen en ook niet te willen trouwen. Zelf had ik daar geen uitgesproken mening over.

Sylvia kwam terug met een kelner, die ons de bestelde koffie onhandig op de tafel zette.

            ‘We zouden het leuk vinden als je binnenkort een keer langskomt in Den Haag, of niet Tom.’ Tom reageerde koeltjes. Sylvia pakte haar agenda uit haar schoudertasje, bladerde naar november en pakte een pen om alvast een afspraak te maken.

            ‘Nee nu niet. We hebben het nogal druk. Weet je wat Erik. Bel me volgende week even. Dan kan ik ook in mijn agenda kijken en kunnen we een afspraak maken.’

            ‘Ok’, antwoordde ik.

Tom keek op zijn horloge.

            ‘Sylvia en ik gaan samen nog even de stad in.’

            ‘Ok, prima. Het was leuk jullie weer te zien en het is wel heel toevallig dat we elkaar hier tegenkwamen’, zei ik.

            ‘Dat is het zeker’, antwoordde Tom.

 

Ik stond op. Gaf ze beide een hand en verliet het terras. Draaide me nog even om en zwaaide naar ze. Had Tom en Sylvia bij ons afscheid wel een kus willen geven, maar ik voelde me niet op mijn gemak. Op weg naar de auto baalde ik, dat ik zo loslippig was geweest en weer eens in een hele korte tijd al mijn ellende op tafel had gegooid. Maar ja, het was ook wel heel toevallig, om Tom en Sylvia die alweer bijna 12 jaar in Den Haag woonden, hier in Enschede toevallig te ontmoeten. Dat had ik totaal niet verwacht. Tom en ik hadden de laatste tijd weinig contact gehad. Onze vriendschap was afgekoeld. Terwijl we in onze studententijd erg vaak samen op trokken en van alles samen deden.

 

De hele week had ik wisselende gedachten over onze ontmoeting en moest ik regelmatig aan Tom en Sylvia denken. Eigenlijk had ik helemaal geen zin om in Den Haag bij ze langs te komen. Ze beide te bezoeken. Aan de andere kant wilde ik het wel. Graag zelfs. Tijdens mijn afstuderen had ik bijna 9 maanden zelf in Den Haag gewoond. Het was me beter bevallen dan Amsterdam, waar ik de afgelopen jaren, bijna 7 jaar gewoond had. Ik was naar Amsterdam verhuisd, omdat er in het Oosten van het land na mijn afstuderen, geen werk te vinden was. Toevallig kon ik er via iemand die ik kende in een onderhuursituatie wonen. Het was een bovenwoning in de Dapperstraat. Een bekende straat in Amsterdam, waar 6 dagen per week een markt is. Het had wel iets gezelligs. De woning was in een erg slechte staat. Er waren verschillende lekkages en die werden alleen maar erger. Maar gelukkig was ik als student wel wat gewend. De eerste paar jaar vond ik het fantastisch om te wonen. Maar dat werd op een gegeven moment, snel minder.

In dezelfde periode wilde ik ook steeds grager weg mijn bij mijn werkgever. Maar ik zat in een moeilijke situatie. Moest na zeer uiteenlopende medische onderzoeken bijna 2 jaar wachten op een hersenoperatie. Vlak voor een grote medische ingreep veranderen van werkgever, is niet erg handig. Dus ik bleef, tegen mijn zin in, werken bij Incore automatisering. Incore was een software bedrijf, waar ik begon als functioneel ontwerper en na een jaar projectmanager werd. Toen ik er begon vond ik het fantastisch. Maar dat werd snel minder. Tegen beter weten in ging ik er rijden in een leaseauto. Op mijn 24e had ik voor de eerste keer op een motorfiets een epileptische aanval gehad. Daarna was ik gewoon motor blijven rijden. Het was altijd goed gegaan. De aanvallen voelde ik goed aankomen. Altijd wist ik op tijd te stoppen en af te stappen. Ondanks dat ik bij verschillende neurologen onder behandeling was geweest en verschillende medicaties geprobeerd had, bleef ik aanvallen houden. Het moest een keer misgaan en dat gebeurde dus ook. De eerste keer was ik bij een rood stoplicht in het centrum van Amsterdam, door uitvalsverschijnselen, niet in staat om te remmen. Ik zag wel dat de auto’s voor mij stopten, maar ik wist gewoon door een bewustzijnsvernauwing even niet hoe ik remmen moest. Mijn 2e auto-ongeluk vond plaats op de rondweg van Amsterdam, waar je vooral s’ochtend bijna altijd files had. Een groep auto’s stopte voor mij, terwijl er in mijn bovenkamer sprake was van een kleine kortsluiting. Daardoor kon ik niet goed reageren. Dus ik remde niet. In elk geval te laat. Beide keren vloog er een airbag in mijn gezicht. Beide keren was er gelukkig alleen sprake van materiele schade en was ik direct na het ongeluk weer gewoon aanspreekbaar. Beide keren vertelde ik de politie dat ik met mijn gedachten even ergens anders was geweest. De politie gaf beide keren te kennen, dat dat wel vaker voorkwam.

In Amsterdam had ik de mazzel dat ik daar met een neuroloog te maken had, die verbonden was met het Academisch Ziekenhuis in Utrecht. Na mijn 2e auto-ongeluk, vroeg hij of ik misschien belangstelling had voor een hersenoperatie. Deze kans greep ik met beide handen aan. Gedurende 2 jaar moest ik zeer uiteenlopende medische onderzoeken ondergaan. Van hersenscans tot het via je lies naar binnenbrengen van slangen om tijdelijk een hersenhelft te verdoven. Even stil te leggen. Tijdens deze onderzoeken viel ongeveer de helft van de patiënten af, omdat de risico’s gewoon te groot waren. Gelukkig was dat bij mij niet het geval en kwam ik wel in aanmerking voor een hersenoperatie.

Deze operatie werd bij mij, bijna 2½ jaar geleden uitgevoerd. Na mijn operatie had ik bijna een jaar lang geen enkele aanval of hapering meer gehad. Maar toen ik na mijn overstap naar het Twickel College in Hengelo overspannen raakte, kreeg ik voor het eerst toch weer een aanval. Ook nog voor een klas vol met kinderen. Vergeleken met de aanvallen die ik voor mijn operatie had meegemaakt, stelde het niet veel voor. Het was dan geen aanval waarbij ik mijn bewustzijn verloor en daarna bijna een uur lang niet meer aanspreekbaar was. Toch was het een flinke tegenslag. De aanval werd veroorzaakt, omdat ik te hard werkte, allerlei onterechte aanmaningen kreeg en een conflict kreeg met een collega die mij als zij-instromer moest ondersteunen, maar mijn werk ondermijnde. Mede daardoor raakte ik overspannen. Voor mij een nieuwe ervaring. Vanaf dat moment zat ik in de ziektewet. Ik wilde ten koste van alles nieuwe aanvallen, die er nog meer kunnen opwekken, voorkomen.

 

Op donderdagavond belde ik Tom voor het maken van een afspraak welk weekend ik hen zou gaan bezoeken en excuseerde mij voor mijn sombere verhalen op het terras en beloofde beterschap. We hadden een kort gesprek. Tom gaf aan dat hij nog geen tijd had gehad om in zijn agenda te kijken en zei me dezelfde week nog terug te zullen bellen. Nadat ik de haak had neergelegd, baalde ik ervan dat ik hem gebeld had. Eigenlijk had ik het initiatief volledig bij hem moeten laten liggen.

Zondagochtend ging bij mij de telefoon. Meteen wist ik bijna zeker dat het Tom was, die mij belde. Eigenlijk wilde ik de telefoon niet opnemen. Hem gewoon meer moeite laten doen, om contact met mij op te nemen. Maar mijn wens om hem op korte termijn weer te zien, was groter. Tom vertelde mij, dat hij en Sylvia in december nog op wintersport zouden gaan en dat het hun het handigst uit zou komen, wanneer ik volgende week vrijdag het hele weekend zou komen. Vrijdagavond moest ik dan maar tegen 9 uur langskomen. Want hij zou die avond eerst nog squashen met Richard. Ik gaf aan dat ik er nog even over na wilde denken. Het kon zijn dat vrijdagavond mij toch niet zo goed uit zou komen. Opnieuw hadden we een vrij kort telefoongesprek. Het was een beetje koeltjes. Dat was redelijk nieuw voor mij, want meestal telefoneerden Tom en ik een stuk langer. Tijdens onze studie hadden we zelfs een keer, bijna 4 uur achtereen met elkaar aan de telefoon gehangen, terwijl we op ongeveer 300 meter afstand van elkaar woonden in het centrum van Enschede.

Terwijl ik de telefoon neergelegde had ik er al spijt van, dat ik niet meteen had aangegeven vrijdagavond langs te willen komen. Maandagavond 20:30 belde ik opnieuw naar Tom en kreeg Sylvia aan de lijn. Tom was nog niet thuis. Aan haar gaf ik door dat ik graag vrijdagavond langs wilde komen. Zij gaf aan dat ik vrijdag de hele dag welkom was. Want zij had die dag vrij en was de hele dag thuis. Ik was van harte welkom. Ik vertelde haar dat ik in het begin van de avond langs zou komen.

 

 

 

 

 

© 2023; iqood.com
Updated: vrijdag 12 januari 2024
Vragen of opmerkingen: webmaster@iqood.com

 

 

Link toevoegen <klik hier>

Verplaatsen <klik hier>

Verwijderen <klik hier>